De Afghaanse droom van een jongeman uit Wijchen
Eind 2016 leerde ik Anoush Dastgir (28) kennen toen hij op Schiphol werd gevraagd een wedstrijd bondscoach te zijn van zijn geboorteland Afghanistan. De ex-profvoetballer kreeg in de zomer van 2018 een vaste aanstelling. Voor de weekendbijlage van De Gelderlander sprak ik kort daarna uitgebreid met hem over zijn ‘andere leven’ in Afghanistan, de bijzondere missie en de situatie in het land.

Anoush Dastgir | De Gelderlander
Zelfs president Ashraf Ghani neemt voor het eerst plaats op de tribune. Voor negentig minuten zal een verscheurd land verenigd zijn. Als Anoush Dastgir vandaag debuteert als bondscoach van Afghanistan zijn de ogen van 35 miljoen mensen op hem gericht. De Wijchenaar is drie weken geleden in de hoofdstad Kaboel gepresenteerd als de trainer van het nationale voetbalelftal.
,,Bij de persconferentie waren twaalf tv-zenders, ik ben zelfs bij de Afghaanse NOS en RTL in de studio geweest”, zegt Dastgir. ,,Ieder mens heeft een droom, een doel wat je wil halen in je leven. Voor mij was dat bondscoach van Afghanistan worden. Natuurlijk, het geld ligt er niet voor het oprapen. Sportief is het ook niet het hoogst haalbare. Maar bondscoach worden van mijn eigen land, zou mij maximaal trots maken. Dat heb ik nu gewoon al bereikt. Ik ben 28.”
Anoniem
Het verhaal van Dastgir voert terug naar 1989. Kort na zijn geboorte vluchten zijn ouders met hem naar Pakistan. Nadat de familie eerst verder is getrokken naar India, reist Dastgir met zijn moeder Shakila en twee broertjes en zusje in 2001 naar Nederland. Vader Ghulam is dan al even hier. ,,Hij had het hele asielzoekerstraject doorlopen, zelf heb ik nooit in een azc gewoond. Wij vlogen vanuit India gewoon rechtstreeks op Schiphol.”
In Nederland leidt Dastgir al zeventien jaar een anoniem bestaan. Hij is lange tijd een talentvolle voetballer, maar als een doorbraak uitblijft door een zware knieblessure richt hij zich op zijn trainerscarrière (zie kader).
Waar Dastgir in woonplaats Wijchen als een normale sterveling door het leven gaat, vormt hij in Afghanistan het middelpunt van een waanzinnige wereld. Zo heeft hij met het nationale team in Iran voor 93.000 (!) toeschouwers gespeeld en wordt hij in 2016 op Schiphol door de bond gevraagd eenmalig interim-bondscoach te zijn, vanwege het plotselinge ontslag van Petar Segrt. Alsof Virgil van Dijk in een keer de bondscoach is van Oranje.
,,Iedere keer als ik in Afghanistan ben, blijk ik ook nog meer neven en nichten te hebben. Die komen me dan opzoeken met hun kinderen. Mijn vader is twaalf jaar geleden teruggegaan en heeft heel lang gezegd dat ik ook Afghanistan moest gaan wonen, zodat ik al mijn familie kan leren kennen. Nu weten ze allemaal wie ik ben, via de tv.”
Onder Otto Pfister is hij de laatste anderhalf jaar assistent-trainer. Nu is Dastgir, komend seizoen ook coach bij de amateurs van NEC die uitkomen in de eerste klasse, de opvolger van de 80-jarige Duitser bij de nummer 145 op de FIFA-ranglijst.
,,Iedereen heeft de laatste jaren kunnen zien wat voor mens ik ben. Ik heb nooit een interland gemist. Kwam altijd als eerste aan en ging als laatste weer weg. Het team en de mensen betekenen heel veel voor me. Als speler krijg je een salaris van de bond. Dat leverde ik in bij de teammanager of fysio, die in Afghanistan wonen. Zoiets is niet om te slijmen, maar komt recht uit mijn hart.”
Missie
Dastgir voelt een diepe verantwoordelijkheid voor de mensen in zijn land. Hij is een man met een missie. ,,Ik ben nu bezig met pleintjes in Kaboel. Een soort Cruyff Courts, alleen dan van cement. Is goedkoper dan kunstgras. Het is niet realistisch om te denken dat ik het land ga veranderen. Maar als dat ene pleintje ertoe leidt dat 100 jongens gaan voetballen in plaats van thuiszitten, dan voelt dat al beter dan een dikke auto of een mooie vakantie.”
In Afghanistan zijn er sinds 1979 onafgebroken verschillende (burger)oorlogen. Het is vandaag de dag nog altijd één van de meest onveilige landen ter wereld. Alleen Syrië scoort slechter op de Global Peace Index, een jaarlijkse ranking van landen op basis van conflicten en aanslagen.
,,Het is niet zo dat er iedere dag een bom ontploft en niet in alle dorpen is het oorlog”, zegt Dastgir. ,,Maar het is gevaarlijk. De Taliban pleegt aanslagen op militairen, politiemensen en soms zelfs op ziekenhuizen. Weet je wat het is, mensen hebben helemaal niks. Geen geld, geen eten. Voor 100 euro gaan ze heel ver. Ik kan dat de jongeren nauwelijks kwalijk nemen, die hebben nooit onderwijs gehad.”
Toch is het land voor hem veilig, verzekert Dastgir. In Afghanistan is voetbal geen oorlog. Voetbal verenigt en verbroedert. ,,De economie, het onderwijs, de veiligheid. Het gaat allemaal slecht. Het enige waar Afghanen echt trots op kunnen zijn, is het voetbalteam. Elke keer als wij spelen, wordt er een kijkcijferrecord verbroken.”
35 miljoen mensen
Dastgir en zijn team brengen het land bij elkaar. Iets wat zelfs president Ghani en de internationale gemeenschap al jarenlang niet voor elkaar krijgen, lukt een jongeman uit Wijchen. ,,Ik wil met het team een signaal geven. In Afghanistan wonen 35 miljoen mensen. Er zijn twee hoofdtalen en acht grote groeperingen. Ze zitten allemaal in het team en dat gaat prima. Waarom kunnen wij zoiets wel, maar het land niet? Als wij winnen, is het wel ‘Afghanistan’. Waarom dan niet op andere momenten?”
De Wijchenaar komt uit het noorden, spreekt Farsi, maar is zelf ‘overtuigd Afghaan’. Geen twijfel mogelijk. Na achttien jaar hoef je hem al helemaal niet de vraag te stellen of hij zich meer Afghaan of Nederlander voelt. ,,Als de situatie in Afghanistan voor 50 procent verbetert, ben ik de eerste die teruggaat.”
Dastgir beseft zelf dat het raar kan klinken. Ondankbaar misschien. Hij heeft toch alles hier bereikt? Zijn havodiploma gehaald en de basis gelegd voor zijn trainerscarrière. ,,Dat mogen mensen denken of vinden, maar ik ga toch niet liegen om mijn Nederlandse omgeving blij te maken? Het is niet dat ik me hier niet goed voel. Alleen heb ik dáár het gevoel dat ik in mijn eigen huis ben. De mooiste momenten uit mijn jeugd waren in Afghanistan. Zelfs in de moeilijkste tijden gingen we in de zomer voor drie maanden terug. Naar mijn opa en oma.”
Zijn vader Ghulam is twaalf jaar geleden definitief teruggekeerd. Hij woont in Panjshir, een ‘Zwitserse’ vallei ten noorden van Kaboel waar de familie haar wortels heeft. ,,Hij kon zich niet aanpassen in Nederland. Had hier geen werk, sprak de taal niet. Hij hield heel erg vast aan de Afghaanse cultuur en gebruiken. Hij wilde ons dingen meegeven waarvan ik zelf ben gaan inzien dat het niet goed is. Bijvoorbeeld dat mannen boven vrouwen staan. Het was goed dat hij terugging.”
Dastgir zelf is pas ‘zeven of acht keer’ in Afghanistan geweest. ,,Zo’n reis is duur en dan moet je voor de familie ook nog allemaal cadeaus meenemen. Nu ik bondscoach ben, denken ze natuurlijk helemaal dat ik miljonair ben.”
Op zondag 19 augustus, de onafhankelijkheidsdag van Afghanistan, volgt zijn vuurdoop. De oefenwedstrijd tegen Palestina in het Afghanistan Football Federation Stadium (12.000 toeschouwers) is meteen historisch. Voor het eerst sinds 23 november 2003 speelt de nationale ploeg op eigen grond. ,,De FIFA en de regering keurden dat lange tijd af, maar nu moet het één keer per jaar kunnen. Een straal van 3 à 4 kilometer wordt beveiligd, er mogen dan geen auto’s komen. Alle militairen die vrij zijn vanwege de feestdag, worden voor ons ingezet.”
Helden
Dastgir hoopt ware Afghaanse helden te maken van zijn spelers. Voorbeeldfiguren voor de jeugd, want die ontbreken in zijn ogen. ,,Het lastige is dat alle hoogopgeleide en rijke mensen zijn gevlucht. Mensen die het land hadden kunnen helpen, zijn weg uit Afghanistan. Daardoor is 80 procent van de bevolking laagopgeleid.”
Maar niets doen, is geen optie. ,,Als jij je huis niet opknapt, komt je buurman dat niet doen. Er zijn zo veel Afghaanse jongeren hier die geneeskunde studeren en arts worden, maar die niets terug doen voor hun land. Maar je wordt toch arts om mensen te helpen en niet zelf rijk te worden? Doe in ieder geval iets, denk ik dan. Al stuur je tien boeken of twintig pennen.”
Het zit diep. Het doet Dastgir pijn als hij hoort hoe andere Nederlandse Afghanen over hun land praten. ,,Ik snap heus dat het leven hier veiliger en beter is, maar sommige schamen zich bijna dat ze Afghaans zijn. Dat doet mij pijn. Het is laf om Afghanistan nu gewoon een klote land te vinden. Dan vergeet waar je vandaan komt.”
De voetbalcarrière van Dastgir
Anoush Dastgir raakt in de zomer van 2014 voor het eerst betrokken bij het nationale team van Afghanistan. In Dubai is een landentoernooi voor Afghanen van over de hele wereld. Dastgir vormt bijvoorbeeld met andere Nederlandse Afghanen een ploeg.
,,De winnaar kreeg 50.000 euro”, herinnert hij. ,,Met het idee dat we toch wel zouden winnen, heb ik overal geld geleend om de vliegtickets te betalen.”
Zijn plan lukt. Bovendien komt Dastgir in Dubai in beeld bij de Afghaanse bond. De middenvelder heeft op dat moment al afscheid genomen van het profvoetbal. Dastgir, die begint met voetballen bij GVV’57 in Grave, speelt in de jeugd van NEC en VVV-Venlo. Een zware knieblessure maakt vroeg een einde aan zijn profcarrière. Wel gaat Dastgir na een kraakbeentransplantatie tegen beter weten in tot 2016 door bij verschillende amateurclubs.
,,In de periode van die blessure zag ik het Afghaanse nationale team tegen India spelen. Toen wist ik dat ik ooit in dat shirt moest spelen. Dat volkslied zou meezingen. Daarom ben ik doorgegaan. Elke dag slikte ik pijnstillers, alleen zo kon ik spelen. Voor iedere wedstrijd nam ik er twee. Ik kreeg er zelfs last van mijn maag door.”
Dastgir speelt zeven interlands. En als bondscoach Petar Segrt eind 2016 plots is ontslagen, wordt Dastgir op verzoek van de andere spelers aangewezen als de eenmalige interim-bondscoach. De afgelopen anderhalf jaar is hij assistent-trainer, enkele weken geleden is Dastgir aangesteld als bondscoach.