Kirsten Knip: volleyballen in het grote Roemeense niets
Femke Stoltenborg stelde me voor aan haar ploeggenote Kirsten Knip. De libero van het Nederlands team had in de zomer van 2019 haar vertrouwde omgeving in Aken verruild voor het grote Roemeense avontuur. Het verhaal met Knip, opgegroeid in Enkhuizen, werd gepubliceerd in het Noordhollands Dagblad.

Kirsten Knip | Noordhollands Dagblad
Paard en wagen rijden er nog door de hoofdstraat. Kirsten Knip (27) is tijdens een wedstrijd zelfs een keer blijven plakken aan de vloer. De volleybalster uit Enkhuizen weet af en toe niet wat ze meemaakt in Roemenië. Een bezoek aan het bijzondere Blaj. „Bereikbaarheid wordt een prioriteit bij mijn volgende club.”
Kirsten Knip wordt op de achterbank van de auto al een halfuur door elkaar geschud na een bezoek aan de zoutmijnen van Turda, met onder anderen haar ouders Wim en Jolanda. De weg door het verlaten bruine landschap van Transsylvanië naar haar woonplaats Blaj is onverhard en zit vol kuilen.
De volleybalster uit Enkhuizen kan er wel om lachen. Want het zijn juist de toeristische uitstapjes en het spaarzame familiebezoek die haar nieuwe energie geven. „Roemenië is echt een mooi land, maar ik ben niet van plan om nog een keer op zo’n moeilijk bereikbare plek te spelen”, zegt Knip. „Ik ben 27 jaar, heb een vriend en een hond in Nederland. Maar omdat hij (keeper Michael Brouwer, red.) bij Heracles voetbalt en het een dag reizen is, kan hij bijna nooit hier naartoe komen. Dat is heel lastig.”
Champions League
Afgelopen zomer trok het grote avontuur nog. Knip wilde na drie seizoenen bij de Duitse club Ladies in Black Aachen weg uit haar veilige omgeving. Nadat ze een akkoord had bereikt met CSM Boekarest ging die club failliet. De libero kon daarna nog terecht bij Alba Blaj, de Roemeense landskampioen. „Ik wilde ook een keer Champions League spelen. Maar dat heb ik wel iets groter gemaakt in mijn hoofd dan dat het is. Zeker na alles wat ik al heb meegemaakt met Oranje.”
Knip, oud-speelster van Madjoe en Simokos, heeft zich in Blaj genesteld op de bovenste verdieping van één van de vele gekleurde betonnen appartementenblokken in Strada Eroilor. Op steenworp afstand van de Roemeens orthodoxe kerk, het idyllische treinstation en de Lidl. Het zijn meteen de hoogtepunten van het dorp. In Blaj staat de tijd namelijk al decennialang stil. Families vervoeren zich er nog met paard en wagen. „Heeft ook wel zijn charme, hè”, zegt Knip lachend.
Ze kijkt wat dat betreft haar ogen uit in Transsylvanië. Ze ge- niet van de schitterende natuur onderweg naar de uitwedstrijden, verbaast zich over gelovigen die in de kerk één voor één afbeeldingen van de heiligen kussen en ontfermt zich over de straathonden. In Blaj heeft ze zelfs haar eigen roedel. Drie honden lopen elke dag met haar mee van huis naar de sporthal en weer terug. „Bella, Freddie en Buddy heb ik ze genoemd. Ik heb altijd brokken in mijn jaszak. Die hondjes hier doen mij echt pijn. Ze worden verwaarloosd of gebruikt om mensen weg te blaffen. Die honden hebben nooit liefde gevoeld. Laatst heb ik ze voor het eerst geaaid. Eentje hield zich daarna met zijn poten vast aan mijn been. Zo zielig.”
Burgemeester
Waarom zo’n dorp in het grote ’Roemeense niets’ de beste club van het land heeft? Burgemeester Gheorge Valentin Rotar is een volleybalfanaat. „Alles is daardoor heel professioneel geregeld. Dat is bij sommige andere clubs hier wel anders. Ik heb eens een wedstrijd gespeeld, waarbij de hars van een handbalwedstrijd nog op de vloer zat. Toen ik ging duiken, bleef ik gewoon plakken.”
Op sportief vlak heeft het Roemeense avontuur dan ook zijn voor- en nadelen. Het niveau van de meeste tegenstanders is lager dan gedacht. Knip moet bovendien rouleren met de Servische international Silvija Popovic . En dan is er nog Darko Zakoc. De trainer uit Servië heeft een deken van negativiteit over zich heen. Tijdens wedstrijden volgt na elk punt — gewonnen of verloren — een wegwerpgebaar, staat hij te zuchten en te kreunen, of schudt de coach geïrriteerd zijn hoofd.
„Bij deze club worden het kampioenschap en de bekerwinst ge- eist, onze coach is daarom een perfectionist”, legt Knip uit. „Ik moest eraan wennen dat ik alleen op mijn fouten word beoordeeld. Maar ik merk nu dat ik daardoor wel elke dag het uiterste van mezelf vraag en zo een betere speelster ben geworden. Ik ben harder door hem geworden. Dat waren ook mijn doelstellingen voor het seizoen, dus wat dat betreft ben ik blij met deze keuze.”
Knip is wel net uit een diepe dip. Na het mislukte olympische kwalificatietoernooi met het Nederlands team van afgelopen januari heeft ze zich een paar weken lang afgevraagd wat ze in hemelsnaam doet in Blaj. „Ik ben hier toch naartoe gegaan met oog op de Spelen. Hier wilde ik mezelf klaarstomen.”
Open wond
Dat grote doel is weggevallen. Een enorme teleurstelling, helemaal omdat Knip in 2016 (toen Oranje vierde werd) de laatste afvaller was in de selectie. Dat is nog altijd een open wond. „Maar nu had ik al snel het gevoel dat we niet goed genoeg waren. Ik was daarom relatief snel over de teleurstelling heen. Het liep vorige zomer al niet zoals verwacht. Jamie (Morrison, ex-bondscoach, red.) werd dan wel ontslagen, maar daarna hadden we het wel moeten oppakken met de meiden. Het besef dat we weleens de laatste wedstrijd met onze generatie volleybalsters gespeeld kunnen hebben, doet mij veel meer pijn.”
Alle speelsters beraden zich momenteel op hun toekomst bij het Nederlands team. De kans is groot dat een aantal vaste krachten stopt. Knip niet. „Ik voel me nog heel goed en ga lekker door. Ik bekijk het de komende jaren wel van zomer tot zomer. Ik kan wel zeggen: ik ga voor de Spelen van 2024, maar als ik er voor die tijd geen plezier meer in heb, stop ik.”
Nu kijkt ze vooral uit naar het einde van het clubseizoen. Naar het moment dat de prijzen verdeeld worden en ze kan terugkeren naar huis. „Ik wil het maximale uit mijn carrière halen, maar ik wil ook de juiste balans tussen volleybal en mijn privéleven. Bereikbaarheid gaat dus komende zomer een prioriteit zijn bij het zoeken van een nieuwe club.”